dinsdag

6 februari 1952

Ik ben geen communist. Als ik al iets ben, dan ben ik een sociaal-de-mocratische anarchist, zoals de meeste linkse Winschoters. Dus wat de regering nu op stapel zet, gaat mij veel te ver. Men wil mensen die lid zijn van de C.P.N., de Arbeidersbond voor Cultuur, het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (A.N.J.V.), de Nederlandse Vrouwenbewe-ging of de Eenheidsvakcentrale (E.V.C.) uitsluiten van posities bij de rijksoverheid, en men dringt er op aan dat lagere overheden dat beleid overnemen. Men formuleert het natuurlijk andersom - ambte-naren mogen geen lid zijn van die organisaties - maar het komt op hetzelfde neer.
Minister-president Drees repliceerde alle kritiek van C.P.N.-zijde met opmerkingen over het gebrek aan vrijheid in Rusland, de communis-tische staatsgreep in Tsjecho-Slowakije en de gevangenneming van ambtelijke spionnen in Engeland, Canada en Zweden. Hij weigerde in te gaan op de vraag of er bewijzen waren van communistische com-plotten tegen de Nederlandse overheid. Zoals altijd gebeurde dat met een beroep op de veiligheid van het land: "Het zou dwaas zijn onze bronnen bekend te maken".
Van de tweede kamer wordt verwacht dat zij instemt met maatrege-len die volgens de regering noodzakelijk zijn zonder dat diezelfde regering enig bewijs levert voor die noodzakelijkheid.
De K.V.P. ging het echter nog niet ver genoeg: zij vroeg de regering ook een oogje te houden op de "vredesbeweging" en de "derde weg". De motie Wagenaar, waarin het regeringsbeleid wordt veroordeeld, werd verworpen met 7 tegen 62 stemmen. Voor was de C.P.N.
Wat betekent dit nu? Twee dingen: als ambtenaar heb je geen vrije keuze van partij of vakbond; als lid van een van de genoemde organi-saties kun je geen overheidsfunctie krijgen. Beide consequenties lij-ken me in strijd met wat in een vrij land mogelijk moet zijn.
Over vrij land gespreken: het lijkt erop dat de eenheid van Europa, het ideaal van Napoleon en Hitler, op een andere manier toch door-gang zal vinden. Ik heb geen idee van de gevolgen voor Nederland, maar in het plan Schuman, genoemd naar de Franse minister van Buitenlandse zaken die het idee naar voren bracht, wordt gestreefd naar Europese samenwerking op het gebied van de productie van kolen en staal. Men spreekt dan ook van een Europese gemeenschap voor kolen en staal. Het bijbehorende verdrag is vorig jaar onder-tekend. De meeste politici zien er geloof ik een experiment in dat bij succes kan worden uitgebreid met samenwerking op het gebied van landbouw en verkeer. Misschien niet zo'n gek idee. Dan zullen Frank-rijk en Duitsland eindelijk geen opponenten meer zijn, maar partners. Maar het lijkt me dat Europa dan nog een lange weg te gaan heeft. Het verdrag heeft dan ook een geldigheidsduur van 50 jaar!
Wat die vrijheid betreft komt het me voor dat de controle op zo'n boven-nationale organisatie goed geregeld moet worden, zeker als de samenwerking aanvankelijk alleen op economisch vlak ligt. Het ge-brek aan politieke organen kan dan makkelijk leiden tot een soort dic-tatuur van de bazen. En daar zitten we niet op te wachten. Zo gezien vormt de Europese samenwerking dus een gevaar. Maar een politieke of zelfs staatkundige eenheid van Europa lijkt me iets dat in de verre, verre toekomst ligt.