woensdag

15 oktober 1956

Terwijl de de-stalinisatie overal doorzet (in Hongarije is in juli Rakosi afgezet, is de in '49 opgehangen Rajk gerehabiliteerd en opnieuw begraven en is oud-premier Nagy die in '55 in ongenade viel opnieuw toegelaten tot de communistische partij), wil Paul de Groot toch graag de kleine Stalin van Nederland blijven. Vanuit de overtuiging dat de geschiedenis de communisten altijd gelijk geeft, wist hij al draaiend Stalin tegelijkertijd te verheerlijken en af te vallen. De taal is geduldig. De mensen gelukkig niet.
Even wat citaten: "Voor ons is Stalin niets anders dan de verper-soonlijking van het Sovjetvolk en het internationale communisme geweest. Wij hebben geen reden om ons verleden te verloochenen. Wij hebben alle reden om daar trots op te zijn en dat zijn we dan ook. De fouten in de Sovjet-Unie, die terecht bekritiseerd zijn, behoren thans tot het verleden. Wij hebben hierover nu voldoende gekriti-seerd en stellen voor er nu een streep onder te zetten. Wij zullen wel voortgaan met de kritische bestudering van allerlei vraagstukken die door het 20-ste congres in de Sovjet-Unie zijn opgeworpen."
De enige conclusie die na zo'n lange periode van Stalinisme kan wor-den getrokken, namelijk dat een volledig gebrek aan democratie leidt tot een steeds waanzinniger wordende dictatuur, wordt door De Groot ontweken, omdat hij alles reduceert tot historische processen. Het leerstuk van het democratisch centralisme kan daarom blijven gelden: "In de discussie hebben sommige partijgenoten foutieve me-ningen naar voren gebracht, die in hoofdzaak neerkwamen op een terugwijken voor de druk van de tegenstanders, een toegeven aan defaitisme en een afbuigen naar sociaal-democratische opvattingen. Wij zulllen deze meningen afwijzen en zullen dat ook ook verder moe-ten doen. ... Degenen die van de marxistisch-leninistische beginselen afgeweken zijn, moeten we helpen die beginselen beter te begrijpen."
En De Groot is niet de enige stalinist. Henk Hoekstra hield een roe-rend pleidooi voor tweerichtingsverkeer in de partij: niet alleen moet het bestuur laten weten wat zij van de leden verlangt, de leden moe-ten ook laten weten wat het bestuur moet doen. Hij vond dat de afde-lingen meer initiatieven zouden moeten kunnen nemen.
Maar ook Hoekstra komt niet verder dan mooie praatjes. Bij de bespreking van de staking in de grafische industrie bleek weer eens dat de communistische partij bestaat uit een merkwaardig soort schoolmeesters die de leden wel eens zullen uitleggen hoe de wereld in elkaar zit. "Er waren arbeiders en ook partijgenoten, die van me-ning waren dat onze krant niet moest verschijnen. In de discussie werd onze krant op 1 hoop gegooid met andere kranten. Buiten be-schouwing werd gelaten dat De Waarheid een onmisbaar wapen is in de handen van de arbeidersklasse." Met zo'n mentaliteit kan de CPN alleen maar ten onder gaan. Hoe belangrijk ze verder ook is om de PvdA aan de linkerkant te houden.