vrijdag

26 november 1960

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog werd in de Republiek het geven van fooien als een vernederend gebaar beschouwd. Dat standpunt is nu ook doorgedrongen tot de Nederlandse kapperswereld.
Tot nu was het gebruik dat de degene die je geknipt of geschoren had een fooi kreeg. Als een persoonlijk extraatje zeg maar. Dat is met ingang van volgende week maandag verboden. Alle kappers in loon-dienst hebben een loonsverhoging van 15 % gekregen, alle kapsters een loonsverhoging van 10%. Het verschil is natuurlijk idioot: waar-om zou een kapster minder moeten verdienen dan een kapper? Maar dat probleem speelt in veel meer bedrijven.
Wat verdient een kapper, zul je vragen. Nou ik kan het je precies zeg-gen: het basisloon is f 76,80 per week plus 10 % van de eigen omzet. Daar kunnen de volgende toeslagen bij komen: f 4,- voor de huur; f 9,- voor het bezit van de brevetten a, b en c.
De kappersbedrijven verzoeken het publiek geen fooien meer aan te bieden, omdat men daarmee het personeel in moeilijkheden brengt. Zij moeten fooien weigeren, wat onaardig overkomt, of kunnen alleen maar stiekem accepteren, wat hen in moeilijkheden brengt met hun baas.